De keuze voor het juiste smeervet kan het verschil maken tussen vervangen of reviseren. Eurol heeft een breed scala aan smeervetten voor veel verschillende toepassingen. Bijvoorbeeld het breed toepasbare smeervet EP2.
De verschillen in smeervetten worden onder andere gemaakt door de dikte van het vet. De dikte wordt aangeduid door de NLGI klasse. De diktes worden aangegeven door het getal tussen 0 en bijvoorbeeld 3. Hierbij is een NLGI 0 vet dunner dan een NLGI 2 vet. Voor centrale smeersystemen wordt echter een dunner vet geëist zodat deze makkelijk verpompt kan worden. Hierbij wordt er gebruikt gemaakt van bijvoorbeeld een NLGI 00 of zelfs NLGI 000 vet. Deze vetten zijn dus dunner en lijken soms vloeibaar.
Buiten de dikte van het vet om zit het verschil tussen bepaalde vetten in de opbouw van het vet. Een smeervet bestaat uit een indikker, basisvloeistof en een additievenpakket. De indikker van het vet bepaalt met name de structuur van het vet. Voorbeelden van verschillende indikkers zijn. Lithium, calcium, calciumsulfonaat en aluminium. De verschillende structuren hebben betrekking tot bijvoorbeeld de temperatuur, mechanische stabiliteit en waterbestendigheid.
Bepalen welk smeervet het best past bij de toepassing kan lastig zijn. Het smeren van een kogellager kan bijvoorbeeld heel anders worden als deze aan extreme omstandigheden wordt blootgesteld. Eurol kan u voorzien van het juiste advies. Onze specialisten staan u graag te woord. We nemen de tijd om u van de juiste informatie te voorzien en te luisteren naar uw vragen of wensen.
Ga naar de Eurol Dealer Locator om te kijken waar bij u in de buurt het dichtstbijzijnde verkooppunt is.